De Onderwijsraad, een belangrijk advies orgaan van de Overheid, waarschuwt in een brief dat het Nederlandse Onderwijs onvoldoende is voorbereid op grootschalige opvang van vluchtelingen.
Er wordt door de Raad op gewezen dat Minister-President Mark Rutte heeft aangegeven dat er, op korte termijn, een grote toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne te verwachten valt. Onder de vluchtelingen bevinden zich veel kinderen die uiteraard onderwijs nodig hebben.
Ondertussen staat het onderwijs in Nederlands al jaren onder druk. Er is in het onderwijs, mede door de vergrijzing, een groot tekort aan leraren en de klassen zijn nu al overvol. In grotere steden, als Almere, staan inmiddels op meerder scholen, onbevoegde, onderwijs-assistenten dagelijks voor de klas. Het is dus de vraag of het onderwijsveld met deze nieuwe instroom van vluchtelingen kan omgaan.
Terecht wijst de Raad erop dat ieder kind toegang tot goed onderwijs moet krijgen. Goed onderwijs geeft de beste kansen om een goede uitgangspositie te verwerven aan een volwaardige deelname in de maatschappij.
Reeds in februari 2017 heeft de raad de Regering erop gewezen dat Nederland onvoldoende voorbereid was om aan grote groepen vluchtelingen goed onderwijs te geven. Volgens de onderwijsraad is er in de tussenliggende jaren te weinig door de Regering gedaan om de problemen op te lossen.
De Raad stelt in haar brief:
“Nu zich weer een toestroom voordoet, is het Nederlandse onderwijsstelsel daar
nog steeds niet echt klaar voor. Aanvullende maatregelen en investeringen zijn gewenst om de toegankelijkheid van het onderwijs aan vluchtelingen te verbeteren, de kwaliteit te verhogen en de organisatie efficiënter te maken. Dit is niet alleen voor de vluchtelingen zelf van groot belang, maar ook voor de samenleving als geheel.“
Volgens de Raad zijn er zowel op de korte als langere termijn problemen te verwachten. Eén van de zaken waar de Raad op wijst is dat veel kinderen van vluchtelingen, noodgedwongen, vaak verhuizen. Hierdoor kunnen de kinderen zich niet hechten en moeten iedere keer opnieuw aan een nieuwe school wennen. Ook het feit dat de kinderen de Nederlandse taal niet beheersen is een groot probleem. De Raad vindt dat dit niet alleen op lokaal maar ook op regionaal en nationaal niveau aandacht dient te krijgen.
Voor de langere termijn ziet de onderwijsraad een probleem inzake de kwaliteit van het onderwijs. Zij wijst er op dat in eerste instantie de aandacht terecht uitgaat naar kwantiteit, het hebben van voldoende plaatsen, maar dat in een later stadium ook de kwaliteit van het onderwijs meer aandacht verdiend.
Onder leerkrachten bestaan grote zorgen over het moeten opnemen van een grote stroom nieuwe leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Een leraar in het basisonderwijs verzuchtte:
“We kunnen op dit moment de werkdruk al nauwelijks meer aan. De reguliere leerlingen hebben door de Corona epidemie al grote leerachterstanden opgelopen en nu worden we mogelijk ook nog geconfronteerd met een grote instroom van niet Nederlands sprekende leerlingen.”
Ook ouders maken zich zorgen. Hans een vader op het schoolplein:
“Natuurlijk moeten wij kinderen die op de vlucht voor de oorlog in Oekraïne zijn ruimhartig opnemen. Maar ik vraag mij, als vader, wel af wat dit voor het niveau van het onderwijs dat mijn dochter straks krijgt betekend.”